Spring naar content

Er-gernis

er-gernis

Er-gernis

Het woordje er wordt vaak te pas en te onpas gebruikt. Toegegeven, wij maken ons daar ook wel eens schuldig aan. Het is echter vaak helemaal niet nodig. Maar wanneer gebruik je het woord er dan wel in een zin? En wanneer is het simpelweg overbodig of zelfs irritant?

Vaagtaal

Veel zinnen met het woord er maken een zin niet duidelijker. Als een zin geen onderwerp heeft, kiest een schrijver vaak voor het woord er. Kijk maar naar onderstaande voorbeelden.

“Er zal contact met je worden opgenomen.”
Wat staat daar eigenlijk? Wie neemt contact met jou op? En wanneer? Ontvang je een e-mail van een vakman of benadert een willekeurig persoon in het bedrijf je? Bovendien maakt het werkwoord zullen deze zin passief en dat maakt de belofte van contact nog vager. Zeg bijvoorbeeld liever: “Wij nemen contact met jou op.”

“Je kunt ervoor kiezen om naar Berlijn te gaan.”
Het woord kunnen in combinatie met er komt ook veelvuldig voor. Dit drukt twijfel uit. Je kan naar Berlijn. Of naar een andere willekeurige locatie in de wereld. Of je blijft gewoon lekker thuis. Wil de tekstschrijver jou wel echt overtuigen om op reis te gaan? Wij worden er niet warm van. “Ga naar Berlijn en ervaar het underground gevoel in deze bruisende stad.” Van welke optie krijg jij vakantiekriebels?

“Wij zorgen ervoor dat jouw badkamer er weer tiptop uitziet.”
Ervoor voegt in deze zin geen extra betekenis toe. De zin kan prima zonder: “Wij zorgen dat jouw badkamer er tiptop uitziet.” De tweede er blijft echter wel staan, want dit is een onderdeel van de woordcombinatie eruitzien.

Hoe ontstaat vaagtaal?

Vage zinsconstructies ontstaan voornamelijk als de tekstschrijver zelf onzeker is. Bijvoorbeeld omdat hij niet alle details heeft over de werkwijze van zijn opdrachtgever, of omdat de tekstschrijver niet alles duidelijk voor ogen heeft. Natuurlijk kunnen we als schrijvers niet alles weten. Maar zoek het op of schrijf alsof je precies weet waar je het over hebt. Geef vervolgens je vragen of onzekerheden door aan je opdrachtgever, want die is verantwoordelijk voor de publicatie van je tekst.

Wanneer gebruik je wel het woord er?

Het woord er is zeker niet altijd fout. In veel zinnen is het een noodzakelijke constructie. Dat maakt het gebruik van dit woord misschien ietwat ingewikkeld. Want wanneer gebruik je er wel?

  • Bij een plaatsbepaling. Kan je er vervangen door hier, daar of een andere plaats, dan mag je het gebruiken. Bijvoorbeeld: “Wat komt er op de plek van het afgebroken gebouw?”
  • In combinatie met voorzetsels. Bijvoorbeeld: Ik ga ervan uit dat het Nederlands elftal de volgende keer wint.”
  • Als een verwijzing naar een onderwerp dat eerder is genoemd. Bijvoorbeeld: “Wij hebben twee fietsen. En jij?” – “Ik heb er drie.”

Twijfel je? Probeer je zin eerst actief te schrijven. Wordt het daar niet anders van? Dan is het woord er noodzakelijk. En een noodzakelijke er is geen er-gernis voor jouw lezers.